Flashmobs, facebookborrels en spontane evenementen: een nieuwe uitdaging voor ordehandhavers?
Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing, juli-augustus 2010, p. 32-33
Otto Adang
In 2003 ontstond de flashmob, het verschijnsel waarbij een grote groep mensen zich plotseling verzamelt op een openbare plek, synchroon een of andere actie uitvoert (dansen of juist stilstaan) en zich dan weer verspreidt. Bekend is de flashmob op Liverpool Street station in Londen waar een kleine groep begint te dansen en na verloop van tijd het hele station een dansende menigte wordt. Doordat via emails met instructies en sociale netwerksites als Facebook wordt opgeroepen aan een flashmob deel te nemen is het onvoorspelbaar hoeveel mensen op komen dagen. In sommige gevallen verzamelden zich grote aantallen en was er daardoor sprake van hinder, bijvoorbeeld voor reizigers op een station. Een aantal keren is (in Amerika) een flashmob al aanleiding geweest voor politie-optreden nadat incidenten waren opgetreden. Over het algemeen overheerst echter het ludieke karakter. De opvolger van de flashmob is de zogenaamde “facebookborrel”. Daarbij gaat het niet om het uitvoeren van een ludieke actie, maar om het organiseren van een in principe gezellige bijeenkomst, waar drank mee naar toe genomen wordt en waar (vaak stevig) gedronken wordt. Het fenomeen kwam onlangs in het nieuws toen een dronken man in Nantes (Frankrijk) dodelijk verongelukte bij een facebookborrel: hij viel van een brug. De Franse politie verrichtte ook tientallen arrestaties wegens openbare dronkenschap, drugshandel, vernielingen, diefstal en openlijke geweldpleging. Naar verluidt hadden zich 9000 mensen verzameld. Bij een eerdere gelegenheid dronken vijftig feestgangers zoveel op een Facebookfeest dat ze in coma raakten. Voor 23 mei was de grootste Franse borrel ooit gepland bij de Eiffeltoren. De onbekende organisatoren mikten op 50.000 deelnemers. De politie verbood daarop het vervoeren en het bezit van flessen en de consumptie van alcohol in het Champ-de-Mars, het uitgestrekte park naast de Eiffeltoren. De opkomst viel vervolgens tegen: slechts een paar honderd mensen kwamen opdagen. In Nederland viel de opkomst bij een facebookborrel onlangs ook tegen: een ontmoeting onder de Waalbrug in Nijmegen trok maar 30 personen. Maar toch… dat is geen garantie voor de toekomst. Moeten overheid en politie, naast de veelheid aan bestaande evenementen nu ook rekening gaan houden met het verschijnsel facebookborrel?
Na Hoek van Holland is de vraag opgeroepen of er niet teveel evenementen georganiseerd worden en dan zouden we te maken gaan krijgen met nog weer een nieuw type evenement erbij. Daarnaast is discussie ontstaan over het nog wel verstandig is gratis toegankelijke evenementen te organiseren, vanwege de onzekerheid over het aantal en het soort mensen dat op komt dagen. Dat geldt bij facebookborrels in versterkte mate. Tegelijk is bij de grote gratis evenementen nog sprake van een organisator die een vergunning aanvraagt en waaraan voorwaarden gesteld kunnen worden. Hoek van Holland en de recente gebeurtenissen rond de Loveparade in Duisburg laten zien dat zoiets nog geen garantie is voor een goed verloop, maar bij een facebookborrel is er helemaal geen aanspreekbare organisator, is er geen proces van vergunningverlening en zijn er geen voorwaarden. Terwijl, in vervolg op dramatische gebeurtenissen als in Hoek van Holland de teugels op diverse plaatsen strakker aangehaald worden en de gang van zaken rond evenementen strakker wordt gereguleerd (en er ook evenementen worden verboden), kan zo via de nieuwe media zomaar een nieuw type evenement ontstaan, dat veel lastiger te reguleren is en al helemaal niet te verbieden.
In dat opzicht zou een te ver doorgevoerde regulering van evenementen wel eens contraproductief kunnen gaan werken en zich tegen zichzelf kunnen keren als die leidt tot een toename van al dan niet via de nieuwe media in gang gezette ongeorganiseerde evenementen. Want Nederlanders houden wel van ongeorganiseerde evenementen, zo lijkt het. Op sommige momenten lijkt Nederland in zijn geheel wel een groot evenemententerrein waar op een groot aantal locaties geplande en spontane evenementen plaatsvinden. Rond de jaarwisseling, op koninginnendag en tijdens internationale voetbalkampioenschappen waaraan het Nederlands elftal deelneemt wordt op tal van plaatsen feest gevierd en uit het dak gegaan. Tijdens het onlangs gehouden wereldkampioenschap voetbal kleurde Nederland weer oranje en stimuleerden media en commercie het zogenaamde oranjegevoel. Er waren veel feestelijke en ludieke uitingen en op veel plaatsen werd met veel saamhorigheidsgevoel gezamenlijk naar wedstrijden van het Nederlands elftal gekeken, al dan niet op grote schermen. En soms was het gedrag van de “thuissupporters” niet alleen maar feestelijk, en leidde het tot verstoringen van de openbare orde. Uit onderzoek dat we vanuit de Politieacademie gedaan hebben rond eerdere kampioenschappen bleek dat op sommige hotspots een deel van het publiek doelbewust uit is op ongeregeldheden en op het uitlokken van een conflict met de politie. De ordeverstoorders zijn vooral jeugdigen, in diverse gevallen in combinatie met clubhooligans. Opvallend was dat incidenten vaak plaatsvinden bij verkeersknooppunten (een rotonde of kruispunt) en niet alleen in horecagebieden of binnensteden. Op diverse plekken kwam het tot ongeregeldheden en optreden van de ME, zoals bijvoorbeeld in Hoogeveen en IJmuiden. Op 13 juli veroordeelde een rechter in Den Haag een 18-jarige Hagenaar tot een werkstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. De Hagenaar had een week ervoor, na de halve finale die Nederland op het WK speelde (en won) opruiende berichten verstuurd via Twitter. "Met z'n allen massaaaal naar het Jonckbloetplein" en: "stille agenten moeten aan het gas" had hij getwitterd. Tijdens de rechtszaak gaf de officier van justitie aan dat het Jonckbloetplein in Den Haag tijdens het wereldkampioenschap meerdere malen het toneel was geweest van ongeregeldheden en dat meerdere keren de Mobiele Eenheid ingezet moest worden om de rust in de buurt terug te brengen. Volgens de officier van justitie zijn de mensen die opruien tot geweld tegen de politie de aanstichters van het geweld.
De gebeurtenissen op het Jonckbloetplein en elders maakten weer eens duidelijk dat een kampioenschap een gelegenheidsstructuur creëert voor doelbewuste ordeverstoorders om, los van georganiseerde evenementen, ongeregeldheden te veroorzaken. In dat opzicht zijn er parallellen met andere wederkerende gebeurtenissen, zoals de jaarwisseling en Koninginnedag. Duidelijk is ook dat de nieuwe media nieuwe mogelijkheden bieden om mensen te mobiliseren. De principes zijn niet anders dan bij oproepen via mond-op-mond reclame, telefoon, of sms, maar met mobilisatie via een website, facebook of twitter kan in korte tijd een grote groep mensen bereikt worden. In hoeverre die ook op een oproep ingaan is nog heel wat anders, maar recente ontwikkelingen maken wel duidelijk dat ordehandhavers de ontwikkelingen in de digitale wereld niet kunnen negeren en na moeten gaan denken over de beste reactie op plotseling opkomende spontane evenementen waar wel een oproep, maar geen organisator achter zit.